Aannemingsbedrijf C. J. M. van Gaal BV vindt zijn oorsprong rond 1897, toen L. J. van Gaal zich als straatmaker vestigde in Tilburg. Alleen of samen met een aantal beroepsgenoten voerde hij bestratingswerken uit en handelde hij in bestratingsmaterialen.
De wegenbouw-activiteiten verliepen voorspoedig en werden rond de jaren twintig van de vorige eeuw voortgezet en gedeeltelijk overgenomen door zijn zoon, C.J.M. van Gaal, naamgever van het huidige bedrijf.
Nadat het aanvankelijk voor de wind ging zorgde de depressie in de jaren dertig voor een flinke terugval.
C. J. M. van Gaal ging een samenwerkingsverband aan , daaruit ontstond de vennootschap Gijsbers en van Gaal.
Gezamenlijk werd veel werk verzet, in Tilburg maar ook verder van huis.
De op de crisis volgende oorlog deed het bedrijf ook geen goed, maar ondanks de omstandigheden wist men het hoofd boven water te houden.
De combinatie werd na de tweede wereldoorlog beëindigd en beide vennoten gingen hun eigen weg.
Het bedrijf werd als C.J.M. van Gaal ingeschreven in het handelsregister.
De zaken liepen goed, mede door de wederopbouw in Nederland, tot het moment dat C.J.M. van Gaal, in 1950, plotseling kwam te overlijden. Het voortbestaan van het bedrijf kwam daardoor in gevaar. L.J.M. van Gaal (diens zoon) nam , ondanks het feit dat hij andere toekomstplannen had, de leiding over en bouwde het bedrijf verder uit.
Kort na afloop van de tweede wereldoorlog was C. J. M. van Gaal reeds begonnen met het uitvoeren van kabelwerken, voornamelijk voor de toenmalige PTT (nu KPN) naast het gebruikelijke bestratingswerk.
Door de wederopbouw kwam bovendien ook vanuit de gemeentelijke overheden steeds meer civiel werk op de markt, zodat men zich ook bezig ging houden met rioleringswerkzaamheden.
De bedrijfsvorm werd omgezet naar een CV.
In een wat later stadium, halverwege de jaren vijftig, kwamen daar meer opdrachtgevers op gebied van de ondergrondse infra bij. Onder anderen de NV Tilburgsche Waterleiding Mij (TWM, 1955) en de Gemeentelijke Energiebedrijven (GEB).
Het bedrijf groeide door het grote werkaanbod in de jaren zestig tot een omvang van ca 200 medewerkers.
Eind jaren zeventig begon de markt te krimpen, mede door een depressie in de bouw die in 1979/1980 begon. Het aantal personeelsleden is toen ook fors gedaald.
Naast kabelwerk voor PTT werd ook, vanaf de jaren zestig, kabelwerk verricht voor installateurs. Dit betrof meestal werken op industriële complexen waar vele tientallen kilometers bekabeling moesten worden aangebracht , inpandig, in fabriekshallen of op banen.
In 1996 is de leiding van het bedrijf overgenomen door de vierde generatie.
Het huidige dienstenpakket omvat bestratingen en rioleringen, kabel- en leidingwerken en bijkomende werkzaamheden die binnen dit kader vallen.